[Ibertus Fennema]
FENNEMA (Ibertus), kleinzoon van Nicolaas Boëtius Fennema, predikant te Marsum, en zoon van Nicolaas Boëtus, werd te Marsnm in 1669 geboren en tot predikant opgeleid. Na zijne bevordering tot proponent werd hij, in 1698, conrector der Latijnsche school te Leeuwarden, en drie jaren later beroepen tot predikant te Oudega, Nijega en Opeinde. Hij vertrok van daar in 1703 naar Leeuwarden, werd in 1744 emeritus, met eene buitengewone toelage, en overleed den 29sten Augustus 1750, wordende den 5den September daaraanvolgende in de Westerkerk begraven. Hij was blijkens zijn werk: De verborgenheid des Kruises, een zeer ijverig voorstander der typische godgeleerdheid, maar zijne uitleggingen waren zoo grof gesponnen, dat zij in het belagchelijke vielen en er openlijk den spot mede gedreven werd. Hij schreef:
De twist des Heeren, Amst. 1733. 8o.
De verborgenheid des Kruises vertoont in Job en vervult in Jesus Christus, den zoone Gods, Kortelijks opgeheldert, Leeuw. 1748. 4o.
Enochs wandel met God, Leeuw. 1754. 8o.
Zie Boekz. der gel. Wereld, 1744, a. bl. 608; 1750, b. bl. 378, 379, 504; Engelsma, Volglijst van predik. in de Classis van Zevenwouden, bl. 82; Greydanus, Naaml. der pred. in de Classis van Franeker, bl. 143; Laurman, Naaml. der pred. in de Classis van