[Hendrik Feith]
FEITH (Hendrik) was Burgemeester van Elburg, en werd in 1618 Curator der Geldersche Hoogeschool. Volgens Cunaeus was hij een der voornaamste Nederlandsche Regtsgeleerden van zijnen tijd, en muntte hij in verschillende vakken uit; ook was hij een dergenen die door de Staten verzocht werden tot het overzien der Geschiedenis van Gelderland door Pontanus. Hij was van 1618 tot 1628 met Gerrit Feith, van wien ons geene levensbijzonderheden bekend zijn, en anderen te 's Hage werkzaam voor de stad Hattem, over het verkrijgen van subsidie, om den, voornamelijk sedert den zwaren brand van 1587, deerlijk vervallen staat der stads woningen, muren en vestingwerken op te heffen. Zijne brieven, tengevolge van die zending, aan de stad Hattem geschreven, zijn vroeger in Nijhoff's Bijdragen medegedeeld, en bevatten belangrijke mededeelingen aangaande de merkwaardige zaken, welke zij