[Henri David Theodore de Favauge]
FAVAUGE (Henri David Theodore de), broeder van den voorgaande, werd te Maastricht den 1sten December 1782 geboren. Hij trad in dienst bij het Bataafsche leger als kadet der infanterie in 1795, en werd als luitenant, bij de inlijving in 1810, bij de Keizerlijke garde geplaatst, waarbij hij tot Luitenant-Kolonel opklom. De veldtogten van 1796 tot 1810 met het Bataafsche, en later met het Hollandsche leger, woonde hij bij, nam deel aan die naar Rusland en in Duitschland in 1812 en 1813, in welk laatste jaar hij tot ridder van het Legioen van eer werd benoemd. Bij Krasnoi werd hij den 17den November 1812 gewond in den linkerarm, en door een geweerschot door het ligchaam, en ook bij Dresden den 26sten September 1813 kreeg hij een schot in den linkerheup. Na Neêrlands herstelling werd hij als Majoor geplaatst bij het 1ste bataljon infanterie, en doorliep verder alle rangen. In 1825 werd hij Kononel en had in dien rang in 1831 het bevel over de 2de brigade 1ste divisie van het leger te velde. Nog vóór den tiendaagschen veldtogt werd hij tot Generaal-Majoor bevorderd, en in 1838 kreeg hij het bevel over de 3de divisie infanterie. Den 8sten october 1842 tot Luitenant-Generaal bevorderd zijnde, werd hem in 1845 het pensioen toegelegd. Ten gevolge van zijn uitmuntend gedrag tijdens de onlusten in Belgie, en toen hij op de Citadel van Luik was, kreeg hij de Militaire Willemsorde 4de klasse, en na den veldtogt van 1831 die van de 3de klasse. Hij was ook ridder van de orde van den Nederlandschen Leeuw. Hij overleed te Utrecht den 9den Junij 1855.