[Adrianus Falcoburgius]
FALCOBURGIUS (Adrianus), of van Valckenburg, werd op den 1sten November 1581 te Leiden, uit deftige ouders, geboren, legde zich op de Hoogeschool aldaar op de geneeskunde, maar voornamelijk op de ontleed- en heelkunde, toe, en zoo groot was de roem dien hij zich reeds door zijne kennis daarin verworven had, dat hij in 1617 met goedkeuring van Curatoren der Hoogeschool openbare lessen gaf. Hij werd in 1621 tot Doctor in de geneeskunde bevorderd, en begon toen al dadelijk met toestemming openbare lessen over die wetenschap te houden, in de plaats van den Hoogleeraar Bontius, die, geneesheer van Prins Maurits geworden zijnde, zijne lessen niet zoo geregeld kon waarnemen. Reeds in Februarij 1624 bekwam hij den titel van buitengewoon Hoogleeraar in de heelkunde, doch in 1630 werd hij onder het getal der gewone Hoogleeraren opgenomen, en betoonde zich deze eer ten volle waardig, tot aan zijn overlijden, hetwelk in 1650 voorviel. De Hoogleeraar Boxhoorn hield op