[Jacob Baron Fagel]
FAGEL (Jacob Baron), broeder van den voorgaande, geboren in November 1767. Hij volbragt zijne studien te Leiden, en werd in 1793 gevolmagtigd Minister van Hunne Hoogmogenden aan het Hof van Denemarken, van waar hij in 1795, bij den inval der Franschen, werd terug geroepen. Hij leefde tot 1813 als ambteloos burger, doch werd in laatstgenoemd jaar met den Generaal de Perponcher naar den Prins van Oranje in Engeland gezonden, om Z.H., uit naam van het voorloopig algemeen bestuur, uit te noodigen in het vaderland terug te keeren. De gelukkige uitslag van die zending, waartoe men geen geschikter persoon dan Fagel had kunnen kiezen, en welke zending als eene hulde kan beschouwd worden aan de bekende gehechtheid zijner familie aan het huis van Oranje, is bekend. Fagel werd door Willem I tot lid van den Staatsraad benoemd, en overleed te Génève den 21sten April 1835. Hij was Kommandeur van de orde van den Nederlandschen Leeuw, en gehuwd met Maria Boreel, eene voortreffelijke vrouw, die zeer onverwachts op den 17den April 1858 te 's Gravenhage overleed, en die hem drie dochters en een zoon schonk; zijnde deze, Mr. François Hendrik Robert René Fagel, thans kamerheer en Referendaris van Z.M. Kabinet, de laatste afstammeling van zijn vermaard geslacht.
Zie van Wijk, Algem. Wetensch. Woordenb. bl. 240, uit medegedeelde berigten aangevuld.