[Benjamin Fagel]
FAGEL (Benjamin), Heer van ter Meer, tweede zoon van François Fagel voornoemd, en van diens tweede vrouw Beatrix van Biemont, en alzoo broeder van den voorgaande. De juiste tijd van zijne geboorte is onbekend. Hij was een kundig regtsgeleerde, en werd in 1674 tot Raadsheer in het Hof van Holland benoemd. Hij overleed den 14den Junij 1705 en was gehuwd met Jacoba Graswinkel, die hem een zoon schonk, François genaamd. Deze was Schepen en Raad te Haarlem, gecommitteerde in de admiraliteit en Gedeputeerde ter Staten-Generaal. Hij overleed den 6den September 1718 en was gehuwd met Hester de Koker. Behalve eene dochter Jacoba, die met Johan de Kempenaer huwde, schonk zij hem een zoon, François Benjamin Fagel, die den 26sten Mei 1713 geboren en, na volbragte studie, tot meester in de beide Regten bevorderd werd. Hij zag zich in 1753 benoemd tot Schepen van Haarlem, en in het jaar 1756 tot Raad en Burgemeester aldaar. In 1761 werd hij door de Staten van Holland aangesteld tot Baljuw en Stadhouder van de leenen van Brederode, en tot Meestersknaap van het jagtgerigt aldaar. Hij was gehuwd met Suzanna Baart, die hem slechts een kind schonk, dat jong overleed, waardoor met zijn dood, den 27sten Augustus 1784, de stam van Benjamin Fagel, bovengenoemd, een einde nam.
Zie Kok, Vaderl. Woordenb. D. XV. bl. 16, 92, uit medegedeelde berigten aangevuld.