[Guilielmus Fabricius]
FABRICIUS (Guilielmus), of Smith, werdt omstreeks 1553 te Nijmegen geboren, studeerde te Leuven en verkreeg er de waardigheid van Doctor in de godgeleerdheid. De roem zijner geleerdheid was zoo groot, dat hij gedurende geheel zijn leven bij de Leuvensche Hoogeschool in verschillende collegien en betrekkingen is werkzaam geweest, onder anderen als Hoogleeraar in de godgeleerdheid en wijsbegeerte, in 1605 als boekenkeurder en eindelijk als conservator der voorregten van de Akademie. Hij overleed den 7den Maart 1628 en schonk zijne geheele nalatenschap aan het groote collegie tot het stichten van beurzen. Van hem is uitgegeven en met aanteekeningen voorzien:
D. Leonis Magni in Dominicam passionem enarratio, juxta ordinem Evangelicae narrationis, Lov. 1600, 8o.
Confutatio censurae quorundam theologorum Parisiensium in qnasdam propositiones ex Rev. Pat. Santarellae libris collectas. 1627. 4o.
In dit werk, hetwelk hij naamloos uitgaf, verdedigde Fabricius de stelling van den Jezuit Santarelli, door de Fransche Bisschoppen en godgeleerde veroordeeld, dat de Paus het regt heeft om de vorsten aan tijdelijke straffen te onderwerpen en hunne onderdanen van den eed van trouw te ontslaan.