ter Latijnsche school, bij den voortreffelijken Rector Nodell, daarna aan de Hoogeschool te Groningen, waar hij in 1794 tot Doctor in de beide Regten bevorderd werd, na verdedigingvan een Specimen selectarum quarundam de Jure Jurando observationum. Twee jaren vroeger gaf hij eene proeve van zijnen uitstekenden aanleg tot beoefening der Latijnsche dichtkunst, door het openlijk uitspreken van een dichtstuk in die taal, tot viering der vijf en twintigjarige echtverbindtenis van Prins Willem V en diens gemalin, hetwelk ook door den druk is bekend gemaakt. Na zijne terugkomst van de Hoogeschool was, door de omwenteling van 1795, de staatkundige loopbaan voor hem gesloten, en bragt hij zijne dagen grootendeels in geletterde rust door, totdat bij de herstelling van ons volksbestaan, in 1813 en 1814, hem ruime gelegenheid geschonken werd, om in zijn vaderland nuttig te zijn, en mede te werken tot eene gewenschte omkeer van zaken. Hij werd in 1815 bij de vernieuwde inrigting der vaderlandsche Hoogescholen tot Curator der Leidsche benoemd, en bewees niet alleen groote diensten bij de zamenstelling der nieuwe wet op het hooger onderwijs, maar bragt tot aan zijnen dood er veel toe bij, om den bloei en luister der aan zijne zorgen toevertrouwde inrigting te bevorderen. Door de Staten van Holland tot lid der Tweede Kamer van de Staten Generaal gekozen, en als zoodanig meermalen bevestigd, was hij op de regte plaats om van zijne vaderlandsliefde, verlichte kennis en veelvuldige kundigheden een voortdurend bewijs te geven, en, even als later tot Staatsraad in gewone dienst, na zijne aftreding als lid der Kamer benoemd zijnde, tot welzijn van het vaderland met ijver en trouw werkzaam te zijn. Koning Willem I huldigde zijne verdiensten, door hem eerst tot Ridder der orde van den Nederlandschen leeuw en later tot Commandeur van die orde aan te stellen.
Niet alleen als staatsman, maar evenzeer als geleerde had Collot d'Escury groote verdiensten. Als Latijnsch dichter muntte hij boven velen uit en behandelde hij de lier met waardigheid en zeldzame kracht. Door de vervaardiging van zijn hoofdwerk, Hollands Roem in kunsten en wetenschappen, heeft hij zich een onvergankelijk gedenkteeken gesticht, dat, ofschoon door zijn dood onvoltooid, geroemd moet worden om de zuiverheid en onderhoudende levendigheid van stijl, rijkdom van veel omvattende kennis, uitgebreide belezenheid en oordeelkundige waardering der verdiensten van de beroemdste Nederlanders in onderscheidene kunsten en wetenschappen. Hij liet eene zeer aanzienlijke verzameling platen en portretten na.
Collot d'Escury was lid van de voornaamste Maatschappijen en Genootschappen in ons vaderland, en overleed te 's Hage den 14den Mei 1845. Hij was tweemaal gehuwd; eerst met Ida Cornelia van Rees, daarna met de weduwe van den Baron van Zuylen van Nijevelt, geboren Bergsma. De door hem uitgegevene geschriften zijn getiteld: