in den slag bij St. Quentin nieuwe lauweren. Twee jaren te voren was hij door Filips II, wiens moeder eene zuster was van die des Hertogs, tot Landvoogd der Nederlanden aangesteld, hij vergezelde nu dien vorst naar Engeland, bij gelegenheid van diens huwelijk met Koningin Maria, en werd in 1559 bij den vrede van Chateau-Cambresis in zijne Staten hersteld. Hij huwde kort daarop Margaretha, zuster van Hendrik II, Koning van Frankrijk, tegelijker tijd dat Filips II met Elizabeth, dochter van genoemden vorst, in het huwelijk trad. Op de reis naar zijne staten vertoefde hij te Brussel en gaf de regering der Nederlanden aan Margaretha van Oostenrijk over. Na dien afstand ligt zijn leven buiten ons bestek. Hij overleed den 30sten Augustus 1580, nalatende een zoon Karel Emanuël, die hem in het Hertogdom opvolgde.
Als Landvoogd maakte Emanuël Philibert zich zeer verdienstelijk. Hij wist den Koning het eischen van den honderdsten en vijftigsten penning af te raden, was bemind om zijne zedelijke hoedanigheden en zijnen ijver in het bevorderen der wetenschappen. Zijne zinspreuk was: Infestis infestus (Vijandig den vijanden). Hij droeg den bijnaam van IJzeren Hoofd. Zijne afbeelding ziet op onderscheidene wijzen het licht.
Zie Bor, Nederl. Oorl. B. I. bl. 2 (2), B. IV. bl. 181 (128); van Meteren, Nederl. Hist. D. I. bl. 131, 151, D. III. bl. 418; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. V. bl. 339, D. VI. bl. 5, 14, 18, 33, 35, 37, 38, 52, D. VIII. bl. 320; Scheltema, Staatk. Nederl. D. I. bl. 330, 331, D. II bl. 580, 581; Kok, Vaderl. Woordenb. D. XIII. bl. 271; Biograph. Univers. T. XVII. p. 318, 319.