[Izaak Duim]
DUIM (Izaak), misschien wel een zoon van Frederik Duim voornoemd, was een zeer beroemd tooneelspeler in het begin der achttiende eeuw. Hij muntte zoowel in het blij- als in het treurspel uit, speelde vóór dat Punt aan het tooneel kwam in het laatstgemelde alle de eerste rollen, en bleef in sommige jonge partijen Punt steeds overtreffen, zoo als in den Xiphares en in Racine's treurspel Mithridates. Hij was uitgever van de Toneelstukken, welke onder het privilegie des Schouwburgs gedrukt werden, en beoefende ook, hoewel minder gelukkig, de dichtkunst; hij was in de zamenleving zeer gezien, en werd voor een wel bemiddeld man gehouden, bij wien de voornaamste dichters van zijnen tijd dagelijks op den middag gewoon waren bij een te komen. Ook in vreemde landen was zijn naam loffelijk bekend. Op zijn een en dertigste jaar, in 1727, had hij voor het eerst het tooneel betreden, in de rol van Juba in het treurspel Cato naar het Engelsch van Addison, en hij heeft tot omtrent in eenen tachtigjarigen ouderdom gespeeld. Hij verliet het tooneel in 1776 met de rol van Cato in het zoo even gemeld treurspel, en overleed te Amsterdam in 1782. De tooneelspeelster Duim, ‘wier zuivere toon en stem klem aan de vaerzen gaf,’ was welligt zijne zuster.
Zie Collot d'Escury, Holl. Roem, D. IV. St. II. Aant. bl. 605; van Wijk, Alg. Wetensch. Woordenb. bl. 115; van Kam-