DRIESSEN (Johannes Petrus), oudste zoon van den voorgaande. Van hem is ons niets anders bekend, dan dat hij te Groningen studeerde en als Advocaat promoveerde, benoemd werd tot Raad en Syndicus van de provincie Groningen en Ommelanden, en om zijne kunde en trouw bij de Staten van dat gewest zeer gezien was. Hij beoefende ook de Latijnsche dichtkunst met goed gevolg, en was gehuwd met Anna Chris-
[pagina 343]
[p. 343]
tina Alberthoma, die hem vier zonen en vier dochters schonk, waarvan de eersten verder volgen.
Zie Brucherus, Gedenkb. van Stad en Lande, bl. 322; Munniks, Levensch. van P. Driessen, bl. 9; van der Aa, Nieuw Woordenb. van Ned. Dicht. D. II. bl. 158.