[Petrus Divaeus]
DIVAEUS (Petrus), of Pieter van Dieven, geboren te Leuven in 1536, werd aldaar in 1571 tot griffier van den Magistraat aangesteld en in 1575 belast met het onderzoek der charters en privilegiën dezer stad. Hij werd daarna benoemd tot Pensionaris van Mechelen en als zoodanig in 1581 door den Prins van Oranje gelast om met Elbertus Leonius en Sebastiaan van Loozen het land door te reizen, en afgevaardicht om zekere wichtige zaecken. Hij overleed te Mechelen in 1581, was een man van groote geleerdheid, wiens portret op den titel zijner Opera Varia gevonden wordt, en die schreef:
De Galliae Belgicae Antiquitatibus. Antv. 1566. 8o., idem 1580. 8o., idem 1584. 8o.
Rerum Brabanticarum Libri XIX. Antv. 1610. 4o. uitgegeven voor het eerst door Aubertus Miraeus.
Opera Varia, Lovan. 1757. fol.
Dit laatste werd door de zorg van Paquot voor het eerst uitgegeven en bevat:
1. Rerum Lovaniensium Libri quatuor.
2. Annalium Oppidi Lovaniensis Libri Octo.
3. Commentarius de Statu Belgiae sub Franciae imperio.
Er komen ook exemplaren voor, die, in plaats van het werk onder No. 3 vermeld, het eerste hierboven genoemde werk van Divaeus bevatten.
Zie Pars, Index Bat. of Naamrol. bl. 414; de Wind, Bibl. van Nederl. Geschiedsch. D. I. bl. 158, 159, 541; Biogr. Univ. T. VI. p. 195; Kron. van het Hist. Gen. te Utr. D. V. bl. 331, 333; F. v. Goethals, lectures relat. à l'hist. des scienc., lettre et arts en Belg., T. III. p. 72-80; Cat. der Bibl. van de Maatsch. der Ned. Letterk. te Leid. Bijv. over 1853-1857. bl. 124.