Ditford trachtte zich daarover te verontschuldigen, door aan te voeren dat men hem uit naam van den Heer van Odenkerken bevel tot de overgave gezonden had, en dat hij aan dien, volgens eene schriftelijke order der Algemeene Staten, gehoorzaamheid schuldig was. Maar dit verontschuldigde hem niet bij Prins Maurits, die begreep dat de gehoorzaamheid wel betrekking had tot het burgerlijke maar niet in krijgszaken; weshalve Ditford werd teregt gesteld en gevonnisd om onthalsd te worden, hetwelk den 14den September daaraanvolgende geschiedde.
Zie Wagenaar, Vaderl. Hist. D. X. bl. 422; Kok, Vad. Woordenb. D. XII, bl. 386, 387.