[Pieter Deelen]
DEELEN (Pieter) of Deleen, ook Petrus Delenus of Delaenus genaamd, was een zoon van den voorgaande, van wien hij het eerste onderwijs in de godsdienst en de geleerde talen ontving. Hij moet te Alkmaar geboren zijn, en zijn naam wordt als opziener bij de Nederduitsche Hervormde Gemeente te Londen het eerst genoemd. In December 1553 verliet hij met zijn vader die stad, predikte te Emden, doch werd in 1556 bevolen het prediken in Oost-Friesland te staken, omdat hij de zouden der grooten openlijk op den predikstoel had bebestraft. Eene beroeping naar Frankfort en Autwerpen werd door hem afgeslagen en hij bleef te Emden, tot hem eene zending naar Friesland werd opgedragen. Hij hield zich ook eenigen tijd te Groningen op, alwaar de gemeente door zijn toedoen aanmerkelijk toenam, zoodat men hem in 1559 aldaar tot predikant verlangde, doch te vergeefs, vermits hij kort te voren te Sengwert, in de heerlijkheid Kniphuizen, in vaste betrekking was gekomen. Niet lang daarna is hij weder naar Londen vertrokken, en aldaar in 1560 predikant geworden, in welke betrekking hij waarschijnlijk ook de Nederlandsche geloofsbelijdenis overzag en goedkeurde en tot in 1570 verbleef, na welk jaar van hem geen gewag meer wordt gemaakt. Hij was een zeer geleerd man, die met de beroemdste mannen van zijnen tijd omgang en briefwisseling hield, en die met anderen bekwaam geacht werd, om in 1556 eene verbeterde vertaling van het Nieuwe Testament uit den grondtekst te bewerken. Hij was een Zwinglischen predikant en wordt om zijnen moed en ijver, in het verkondigen van Gods woord in de bange dagen der vervolgingen om het geloof, door onderscheidene schrijvers zeer geprezen.
Zie H. van Haamstede, Leerr. ter gedacht. van het tweede eeuwget. der Ned. Herv. Gem. te Londen; Brandt, Hist. der Ref.,