[Jacob Ferdinand van Daverveld]
DAVERVELD (Jacob Ferdinand van), werd, proponent zijnde, beroepen te Warmenhuizen in 1708, en vertrok van daar in 1714 naar Monnikendam, in 1722 naar Utrecht, waar hij den 1sten October 1758 zijne 50jarige predikdienst vierde. Hij overleed den 15den September 1759 te Alkmaar ten huize van zijnen zoon Hadriaan, Advokaat aldaar, in den ouderdom van ruim 74 jaren, en schreef de volgende werkjes, getiteld:
De adder onder het groen te voorschijn gebragt, of samenspraak over de Hattemisterij, Utrecht, 1733, 8o.
Eenvoudige en opregte waarheid, Utrecht, 1734, 8o. (insgelijks tegen de Hattemisten.)
Korte stellingen over de kerkelijke tugt enz., en vervolg over het regt gebruik der kerkelijke tugt, beide te Utrecht, 1751, 8o.
Leerrede op den vijftigjarigen predikdienst uit 1 Sam. VII:12, Utrecht. 1758, 4o.
Zie Boekz. der Gel. Wereld, 1722, b. bl. 251, 421, 423, 1758. b. bl. 534, 1759, b. bl. 424, 429, 430; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek., D. I. St. I en V; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek.; Kist en Royaards, Ned. Archief voor Kerk. Geschied., D. VIII. bl. 132, aldaar verkeerdelijk Daveld genoemd.