[Willem Cuypers]
CUYPERS (Willem) broeder van den voorgaande, geboren te Roozendaal den 28sten October 1632. Reeds vroegtijdig bezocht hij de voornaamste landen van Europa en kwam in 1655 in Mechelen terug, waar hij zich met der woon nederzette en den 28sten October 1686 tot raadpensionaris der provincie werd aangesteld. Hij nam zijn ambt tot 1700 waar, toen hij wegens ligchaamszwakte een adjunct erlangde; doch hij had van deze hulp geen lang genot, want reeds den 24sten Maart 1701 overleed hij. Hij was ervaren in de regten en een groot lief hebber en beoefenaar der wiskunde, bovendien verstond hij het Spaansch, Latijn en het Fransch. Hij was gehuwd met Maria Moermans, die hem twee dochters schonk. Hij schreef:
Verhandeling ofte den Leenheer vermach en can weygheren het consent, van eenen vasal gevraeght, om zijn leen te mogen alieneren. Mechel. 12o.
Overeencominge van eenige Costuymen van omliggende steden en hoofdbancken in materie van Grondprocedures enz. Mechel. 1679, 4o.
Zie de Chalmot, Biograph. Woordenb.; van der Aa, Beschr. van Breda, bl. 252.