Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3

[Pieter van Cuyck]

CUYCK (Pieter van) de jonge, zoon van Pieter van Cuyck de oude, werd te 's Hage geboren in 1720. Hij was een verdienstelijk teekenaar en schilderde historieportretten en moderne stukken. Hij bezat veel kennis van de geschiedenis en oudheden des lands en maakte zelf zeer geestige verzen, waarvan ons echter geenen zijn voorgekomen. Hij overleed den 28^sten September 1787 en was gehuwd met Catharina du Bois, die mede de kunst beoefende, en die hem eene dochter, Carolina Pieternella, schonk, die verder volgt. Er komen van hem fraaije teekeningen voor, onder dezelven munten vooral uit die voorstellen de lijkstaatsie van prins Willem IV, door Jan Punt gegraveerd. Van zijn schilderwerk schijnt niets meer overig te zijn. Wij bezitten van zijne hand de navolgende werken:

Beschrijving van eenige oudheden gevonden in een tumulus of begraafplaats op het eiland Texel. Amst. 1780, 8^o. De platen daarin voorkomende zijn naar zijne teekeningen gegraveerd.

Brieven over Texel en de nabij gelegene eilanden. Delft, 1789, 8^o. Na zijnen dood uit zijne aanteekeningen te zamengesteld en uitgegeven, door J.G. van Oldenbarneveld genaamd Tullingh, met zijn levensberigt.

Verder maakte hij van de dorpen op Texel en Wieringen naauwkenrige teekeningen, die door F. de Roode gegraveerd,

te Delft in langwerpig formaat, van 1753 tot 1778 zijn uitgegeven.

Zie, behalve het genoemde levensberigt, Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek; van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk., D. I. bl. 327, D. II. bl. 148-151; Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch.