[Philip Willem Croyzé]
CROYZÉ (Philip Willem), was geboren te Breda, oefende aldaar de geneeskunst uit en had deel aan de regering der stad in 1738. Hij overleed den 29sten Maart 1746, en zijne Latijnsche gedichten worden door bevoegde kunstregters zeer geroemd. In het jaar van zijn sterven kwam van hem uit:
Otia poëtica, Hag.-Com. 1746, 8o.
Het is ons onbekend of daarin het volgende gedicht van hem is opgenomen, getiteld:
Turris Bredana pristino nitori restituta, et aeramentis tinnulis, ad modos musicos, Horarumque praeludia, rursus exornata, ad amplissimum et nobilissimum virum D. Petrum Snellen, urbis Bredae consulem vigilantissimum. (1720), 4o. 22 ongepag. bladz.
Zie van Goor, Beschrijv. der Stadt en Lande van Breda, bl. 267; Hoeufft, Parnas. Latino-Belgic. p. 212; Peerlkamp, de Poëtis Latin. Neêrl., p. 493, 494; Hermans, Bijdragen tot de Geschied. enz. van Noord-Braband, D. I. bl. 233, 314, 315; de Navorscher, D. IV. bl. 42.