Generaal Kraijenhoff, zijnen vriend, die zijne groote verdiensten beter dan iemand kon beoordeelen, als Directeur geplaatst in de vijfde directie van fortificatiën, waarvan de hoofdplaats te Maastricht gevestigd was. Hij bleef zestien jaren in die betrekking, en kenmerkte zich door ijver en naauwgezette pligtsbetrachting, door bekwaamheid als Ingenieur bij het vernieuwen of aanleggen van vestingwerken, en door het doen kennen van zijne meening, omtrent de gewigtigste onderwerpen, 'slands verdediging betreffende, die de hooge regering van hem vroeg. In ruime mate mogt hij dan ook 's Konings welbehagen over zijne verrigtingen ondervinden; want in 1846 werd hij tot Luitenant-Generaal bevorderd, en achtereenvolgens vereerd met de ridderorde van den Nederlandschen Leeuw en met de militaire Willemsorde, 4de en 3de klasse.
Na het uitbreken van de Belgische onlusten, meende Croiset, dat voor zijne gewigtige betrekking een jeugdiger arm en hoofd vereischt werd. Hij vroeg dus zijn ontslag, en werd den 23sten December 1830 op non activiteit gesteld, en daarna gepensionneerd, de voldoening hebbende, van gedurende eene twee-en-zestig jarige officiersdienst bij het korps ingenieurs, in groote mate het zijne te hebben bijgedragen, tot de vestiging van diens roem.
Hij was gehuwd den 16den Maart 1784 met Sara Cornelia van Beaumont, en overleed te Maastricht den 10den December 1838.
Uit medegedeelde berigten bijeengebragt.