Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3

[Thomas Crecquillon]

CRECQUILLON (Thomas) of Cricquillon, een beroemd kontrapuntist, werd geboren in de omstreken van Gent, omstreeks 1505. Hij oefende zich in de muziek bij de hoofdkerk te Antwerpen, behoorde tot de voornaamste Componisten der eerste helft van de zestiende eeuw. Vroeger schijnt hij eene bediening te Regensburg gehad te hebben, of althans daar de muziek onderwezen te hebben, doch hij was in 1550 kapelmeester van Keizer Karel V, en gaf vele van zijne wer-

ken in het licht, van welke de volgende kunnen genoemd worden:

Motetti in Paul Caligopoei Motetti del labirintho, Venet. 1554.

Missa super: mille regrez, 6 voc. 1556.

Cantiones sacrae a 5 et 8 voc. Lovan. 1576.

Cantiones Gallicae, 4, 5 et 6 voc.

Nog vindt men stukken van hem in:

Lamentationes Hieremiae, Nurnb. 1549.

Jac. Paix, Orgel-Tabulaturbuch, Launingen 1583.

Commer's Collectio Operum musicorum Batavorum, saeculi, XVI, op kosten van de Maatschappij tot bevordering der toonkunst uitgegeven, bevat van hem nog twee 4 stemmige kompositiën in den 10^den bundel (manuscript) namelijk: Cum de ambularet en Verbum caro factum est.

Zie Sweertius, Alh. Belg, p. 693; E.L. Gerber, Lexicon der Tonkunst; Biogr. Univ., T. V. p. 304; Fetis, Verhand. bl. 39, 40; Kiesewetter, Verhand. des Kon. Instit., bl. 37.