[Jan Cornelisz]
CORNELISZ (Jan), afkomstig van de Rijp, was bevelhebber op een der twee schepen, die te Amsterdam waren uitgerust, om nogmaals te beproeven eenen weg door het Noorden naar Oost-Indië te vinden. Op het andere schip voerde Heemskerk het bevel, terwijl Willem Barendsz. er stuurman op was. Verschil van gevoelen tusschen dezen en Jan Cornelisz, over den weg dien men zou inslaan, was oorzaak dat er besloten werd, dat elk zijn eigen weg zou volgen. Op den 1sten Julij 1596 scheidden de beide schepen van elkander. Het lot van Barendsz hebben wij op diens artikel vermeld; Jan Cornelisz was door storm en slecht weder genoodzaakt geweest om onverrigter zake weder naar huis te keeren. Bij de terugkomst der beide schepen van Nova-Zembla, te Kola aan de Witte Zee, lag Jan Cornelisz toevallig daar met zijn schip. Deze ontving hen met broederlijke trouw en bragt hen met zijn schip behouden in het vaderland.
Zie Moll, Verh. over eenige vroegere Zeetogt. der Nederl., bl. 68, 69, 70, 75; dit Woordenb., D. II. bl. 125-128