Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 3

[Petrus Conradi]

CONRADI (Petrus) werd te Leeuwarden in het jaar 1707 geboren, en beoefende de godgeleerdheid te Franeker, later ook te Utrecht en Leiden. Op den 6^den October 1732 door de klassis van Leeuwarden tot kandidaat aangenomen, werd hij drie jaren later door de bezorgers der Franeker Hoogeschool tot Lector in de godgeleerdheid en Nederduitsch Akademieprediker aangesteld, wordende aldaar ook in het Latijn gepredikt. Hij deed als zoodanig den 24^sgen April 1735 zijne intrede. Vijf jaren later werd hem het professoraat in de godgeleerdheid aan die zelfde Hoogeschool opgedragen, welke waardigheid hij den 9^den October 1741 aanvaardde, terwijl hem den 3^den April 1748 door de Groninger Hoogeschool de doctorale rang werd geschonken. Meer dan veertig jaren was Conradi Hoogleeraar te Franeker, totdat hij den 24^sten Junij 1781 overleed.

Zijn geschilderd portret is voorhanden op het Raadhuis te Franeker.

Conradi, wiens theologische rigting de Coccejaansche was, was een zeer geleerd man, die vooral als prediker heeft uitgemunt in een tijdperk, dat er anders nog zoo veel gebrekkigs in de predikwijze heerschte. Hij verhief zich daarin ver boven allen, niet alleen wegens bondigheid van zaken bij het behandelen der onderwerpen, maar voornamelijk wegens netheid in de bewerking en zuiverheid van taal.

Tiberius Hemsterhuis, die kundige waardeerder van groote geniën, kende Conradi als prediker eene hooge waarde toe en noemde hem, om zijne bevallige, welsprekende en eenvoudige voordragt, de uitnemendste, de grootste kerkredenaar van Nederland.

De door hem uitgegevene geschriften zijn:

Disputatio de periodo annorum ab exitu Israëlitarum ex Aegypto usque ad extructionem templi Salomonis. Fran., 1732. 4^o.

Oratio inauguralis de necessariis theologi polemici virtutibus, habita VI idus Octobris ciɔ iɔccxli. Franek. 1741. folio.

(In het Hollandsch vertaald en uitgegeven onder dezen titel: Intrêe-Reden over de pligt van eenen Godgeleerden in het wederleggen der dwaalingen. Harl. 1742. 4^o.)

Oratio funebris in memoriam Petri Laan, Fran. 1743. 4^o.

(In het Hollandsch vertaald en uitgegeven onder dezen titel: Lijkreden op Petrus Laan, vertaald door Walter Hendriks Hofstede, Leeuw. 1743. 4^o.)

Sermo academicus de necessario, sed probe administrando Rationis usu in religionis revelatae negotio. Franek. 1752. 4^o.

(In het Hollandsch vertaald en uitgegeven onder dezen titel: Akademische Redenvoering over 't noodzaakelijke dog welgeregelde gebruik der Reeden, in 't stuk van den Geopenbaarden Godsdienst, meestendeels ingerigt tegens het berugte beroeringswerk in veele kerken der Nederlanden. Rott. 1753. 4^o.)

Redevoering over den overbazenden voortgang van het, door de Apostelen, in de weereld gepredikte Evangelie als een ontwijfelbaar bewijs voor de waarheijt van de Christelijke Godsdienst, Amst. 1767 4^o.

Zie Boekz. der gel. Wereld, 1735 a. bl. 487, 1740 b. 222, 1741 b. 226, 1748 a. 618; Vriemoet, Athen Fris, p. 827; van Abcoude, Naamreg. van Nederd. Boeken, D. I. St. III, V; Arrenberg, Naamreg. van Nederd. Boeken; Ypeij, Kerk. Geschied. van de Achttiende Eeuw, D. VIII. bl. 72, 73, 642, 643; Ypey en Dermout, Gesch. der Nederl. Herv. Kerk, D. IV. bl. 68; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Glasius, Godgel. Nederl., D. I. bl. 302.