de Staten van Friesland aangesteld tot Bibliothecaris der Franeker Hoogeschool, welke betrekking hij in 1712 aan een ander overdroeg. Hij was in 1706 proponent geworden en was van 1713 tot 1721 huisonderwijzer der kinderen van Jonkheer Ernst van Aijlva, Grietman van West Dongeradeel. In Mei 1721 werd hij Predikant te Foudgum en Raard en vertrok van daar in 1733 naar Wanswert en Jeslum, in 1735 naar Burgwert c.a. waar hij den 20sten Junij 1767 overleed. Hij was in 1724 gehuwd met Tijtje van Kleffens, waarbij hij negen kinderen verwekte.
Zie Boekz. der gel. Wereld, 1721 a. 502, 626, 1733 a. 497 b. 116. 1735 b. 258, 656, 658, 1767. b. 205; Vriemoet, Athen. Fris., p. 896; Columba en Dreas, Naaml. der Predik. onder de Class. van Dokkum, bl. 101 en 196.