[Joris de Coleri]
COLERI (Joris de), Luitenant van de schutterij te 's Gravenhage in 1635. Ofschoon deze zich volstrekt niet vermaard gemaakt heeft, maken wij evenwel van hem gewag, omdat zijn naam herinnert aan een gebruik dat vroeger ter genoemde plaatse bestaan heeft, het planten namelijk van opgesierde Meistaken voor de huizen van den Stadhouder en andere voorname personen, in den nacht van den 30sten April op den 1sten Mei. Genoemde Luitenant de Coleri had dien nacht in genoemd jaar de wacht voor het paleis van den Prins Frederik Hendrik, plantte met zijne onderhoorige manschappen een hoogen meistaak, en verkreeg daarvoor van den Prins 100 zilveren dukatons ter bestrijding der gemaakte kosten; daar echter die kosten lang zoo veel niet bedroegen, maakte men van het overschietende geld zilveren penningen, die aan de manschappen werden uitgedeeld. Op de eene zijde daarvan ziet men den voor het paleis van den Prins geplanten Meiboom, en op de andere zijde staat binnen een lauwerkrans:
Ter eeren van de Prins is deze Mei geplant,
Door Joris de Coleri was doen ons Luitenant.
Zie G. van Loon. Nederl. Historip, D. II. bl. 224, 225; de Chalmot, Biogr. Woordenb.