[Adriaan Coenenszoon]
COENENSZOON (Adriaan), geboren te Scheveningen, legde zich bepaaldelijk op de kennis der visschen toe, blijkens een handschrift op de koninklijke bibliotheek te 's Hage voorhanden, door hem in 1577 en 1580 vervaardigd en Vis-Boeck genoemd. Dit handschrift bevat alles wat hij uit onderscheidene werken over natuurlijke geschiedenis heeft kunnen bijeenverzamelen, met bijvoeging van hetgeen hij uit eigen opmerking, welke op langdurige ondervinding gegrond was, had weten te putten.
De visschen waren bij hem de hoofdzaak ter behandeling gekozen, en daarin deelde verder al wat de zee bewoonde. Hij schijnt het breedvoerigst omtrent den walvisch geweest te zijn.
Zie Bodel Nyenhuis, in Konst- en Letterbode, 1836, bl. 153. 169, 331; Collot d'Escury, Hollands Roem, D. VII. bl. 231, 232.