[Pieter de Clopper]
CLOPPER (Pieter de) of de Cloppre, die zich noemt ‘Leedemaet der Ghereformeerde Kercke te Leyden,’ en welligt aldaar Boekverkooper was, doch van wien ons geene verdere levensbijzonderheden bekend zijn, heeft in het licht gezonden:
Een Ruyckertje van verscheyde Bloemen, voor alle Sectaristen gecomponeert door een beminder van Godes heylighe waerheyt. Leyden 1636 8o.
Medicamentboecxken, verciert met verscheyden soorten van soetgeurige Bloemkens. Leyd. 1636 8o.
Medicament tot ruyneeren, secterie, ketterie, heretycken die opereeren, ende om catholyck, apostolyck te wesen, door den reuck van de blomme gepresen. Leyd., gedrukt voor Pieter de Clopper, 1636 8o.
Celex Curable ende preparatyf om gequetste van Kettersbedrijf, enz.
Een Medicament tot vermaen der Joden, enz. (Leyd.) 8o.
Medicamenten voor de Pest beradich ende tot allen secten seer schadich. enz, 29 Junij 1636. Dordr. 1636. 8o.
Ghesanck-Boecxken van de Blommisten ende van de Liefhebbers van Flora. Mitsgaders een twee snijdende swaert, ende visschers Net. den 2den druck, verbetert en de vermeerdert bij P. de Clopper. Leyd. 1637. 8o.
Lofsangh van het overkomen van Breda 10 Oct. 1637. Aan de Jesuwyten tot gheschenck, per Clopper. 8o.
Een beraet-Liedt. 8o.
Een Draey-windt teghen Babel, op den derden val. Leyd. 1637 8o.
Ketters confusie, met 't slodt der Lippen. Een open Deure, met een Loopbanc. Leyd. 1638.
In het laatste is ook een: Vocabulaer met andere spraken, tot gerief der Reysers, Duytsch, Hispanol, François, Italiano. 8o.
De meeste dezer werkjes zijn in versmaat geschreven, doch geven een gering blijk van 's mans dichterlijke bekwaamheid. Eenige dragen de blijken van den bloemenhandel dier dagen.
Zie Catal. van de Biblioth. der Maats. van Nederl. Letterk. te Leiden, D. I. bl. 234 en 235; Nieuw Biogr. Woordenb. van Nederl. Dichters ten verv, op Witsen Geybeek; Catal. der Biblioth. van Mr. C.P.E. Robidé van der Aa, bl. 99.