[Johannes Cloeck]
CLOECK (Johannes) of Kloeck, zooals hij zich later schijnt te hebben geschreven, werd in het jaar 1669, Proponent zijnde, Predikant te Puflijk en Leeuwen, van waar hij in 1674 beroepen werd naar Ede, waar hij in 1714 overleed.
Hij beoefende de Nederlandsche dichtkunst, doch zijne rijmen zijn beneden het middelmatige en meest allen op in zwang zijnde wijzen ingerigt.
Van hem zien het licht:
Edische verlustigingen, vermeerdert met een Aanhangsel. Uytrecht 1694. 8o., waarvan eene vierde druk het licht zag onder den titel van:
Edische verlustigingen of geestelijke gezangen en Lofzangen op verscheyden voorvallen en gelegenheden t'zamengesteldt en ten dienste der zanglievenden in 't ligt gebragt. Utr. 1712 80., omstreeks 1730 verscheen daarvan te Utrecht een zesde druk, met een aanhangsel van Nicolaus Barentzonius.
Bybelstoffen, Arnh. 1706 8o., herdrukt te Amsterd. 1757.
Gezangen: Uytr. 1717 8o.
Ook gaf hij nog met Philip van Sorgen in het licht.
Gezangen, waarvan een herdruk verscheen te Utrecht in 1717.