ten, bij de Walsche synode, alwaar deze zaak, gedurende negen jaren, van Mei 1736 tot Augustus 1744, zeer veel mocite veroorzaakte; tot dat eindelijk Chapelle genoodzaakt werd tot openlijke afkeuring en intrekking van zijn geschrift.
Bovendien leverde hij meer andere vertalingen uit het Engelsch, onder anderen:
La Religion Chrétienne démontrée par la résurrection de J.C. par Ditton. Amsterd. 1728. 2 vol. 8o.
Voorts zien nog van hem het licht:
Examen de la manière de prêcher des Protestants Français etc. Paris 1730. 8o.
Mémoires de Pologne 1737. Londres 1739. 12o.
La nécessité du culte public parmi les Chrétiens. la Haye, 1746. 8o, hetwelk ook in het Nederduitsch vertaald is uitgegeven onder den titel:
De Noodzakelijkheid van den Openbaren Godsdienst onder de Christenen bewezen, en verdedigt tegen den Brief van den Heer D.L.F.E.M. over de Vergaderingen der Hervormden in Languedoc, geschreeven door een Protestantsch Edelman dier Provintie; benevens een Preek over den yver, gedaan den 16den October 1745 door Do. R. Boulet, verrijkt met eene voorreeden van den Heere Joachimus Mobachius. Amst. 1747, 2 deelen 8o.
Nog was hij mede-redacteur van de Bibliothèque Anglaise te Amsterdam 1729 et suiv. 15 vol. 12o. en van de Bibliothèque raisonnée des savants de l' Europe 1728-1753. 52 vol. in 12o.
Zie van Abcoude, Naamreg. van Nederd. Boeken, D. I. St. IV. de Chalmot, Biogr Woordenb.; Ypeij en Dermont, Geschied. van de Herv. Christel. Kerk in Nederl., D. III. bl. 212, la Chapelle, Biogr. Univ; Prosper Marchand, Diet Histor; Biogr. Univ., Tom. XI. pag. 14; J. J. van Oosterzee, Jacques Sanrin, een bladzijde uit de Geschied. der Kanselwelspr, Rotterd. 1855; C. Busken Huët, J. Saurin en Th. Huët, Proeve van Kerkgeschiedkundige kritiek, Haarl. 1855.