[Samuel de Casembroot]
CASEMBROOT (Samuel de), Heer van ter Moer, zoon van Leonard de Casembroot en Cornelin van Poppe, geboren te 's Gravenhage den 22sten December 1582, werd in het jaar 1603 Vaandrig van de compagnie van den Kolonel van Wyngaarden, en was als zoodanig in het belegerde Ostende, een jaar later werd hij Luitenant in de zelfde compagnie. Voorts werd hij in 1606 tot Kapitein bevorderd, en in 1628 tot Luitenant-Kolonel van het regement van den Kolonel Grenu van hetwelk hij in Maart 1630 werd overgeplaatst in het regiment van den Grave van Solms, terwijl hij tevens Sluis in Vlaanderen en omliggende forten kommandeerde. Doch in 1636 den dienst verlatende, gaf hij, met goedvinden van zijne Hoogheid, zijne compagnie over aan zijnen zoon Cornelis de Casembroot. Hij bleef te Sluis wonen, alwaar hij later Schepen en Burgemeester van 't Vrije geweest is. Hij overleed buiten die stad in Maart 1658 en was gehuwd met Anna Romeyns, die hem heeft nagelaten vier zoons, Cornelis de Casembroot, Lodewijk de Casembroot, Filips de Casembroot en Jan de Casembroot, Heer van Rijnesteyn en Willige Langerak, van welke de drie oudste ongehuwd voor hunnen vader overleden zijn.
Uit familiepapieren bijeengebragt.