goed te Helbergen zullen halden ter leen van Johan van der Capellen voorss. en zijnen Erven.’
Capellen was in 1392 Land-Rentmeester des Graafschaps Zutphen, te dier tijd de eerste bediening in dat kwartier. Ook komt hij voor als Raad en Vrund van voorss. Hertog, bezegelende, met meer Ridders en Knapen, als borg voor den Hertog, eenen schuldbrief ten behoeve van Gerrit I, Heer van Culemborg.
In 1399 werd hij beleend met den Hof en Goede ten Damme gelegen in het land van Zutphen, kerspel Warnsveld, door Willem van Gulick, Hertog van Gelder en Gulick en Graaf van Zutphen, ‘met alle synen toebehooren, en mit namen, mit allen die beleende Mannen, dair ijn hoirende syn, met al sulcken thynse als dair ijn behoort, met molen recht, voirst met die gifte van St. Catharinen altaer in Warnsvelder Kircke, voirt dat Burggerichte van Wulfeler marckt, en verdere toebehoiren.’ In welke oorspronkelijke nog voor handen zijnde beleening, in het bijzonder door den Hertog bedongen wordt, als volgt: ‘mede soo is gevoorwt. dat alle Erven Nakomelingen Johans van der Capellen voorss. die soelen ons, onsen Erven en Nacomelingen ten dienste komen en dienen, gelijk andre onse Ridderen en Knechten ons schuldig zijn te dienen, en te dienen plegen, des zullen wy haar Hoofdheer weesen, als sy syn in onsen diensten.’
Van der Capellen bezat de helft van den goede toe Loo in Bislick. Hij overleed in 1418 en was getrouwd met Catharina van Linteloe, bij wie hij verwekte Gerlach van der Capellen Heer van den Dam, Regter van den Lande van Veluwe, die in 1428 overleed; Dirk van der Capellen en Margaretha van der Capellen, gehuwd aan Arnt van der Walle.
Zie Voet van Outheusden, Beschr. van Culemborg, bl. 40-43; Kok, Vaderl. Woordenb. Dl. IX bl. 90-92.