[Johannes Buys]
BUYS (Johannes), geboren den 24sten Junij 1764 te Diemen, van ouders uit den burgerstand, werd reeds in zijne jeugd door den kundigen Benjamin Bosma in de Wis- en Natuurkunde onderwezen en om zijne bijzondere vorderingen, tot medeonderwijzer aan Bosma's instituut aangesteld. Verder legde hij zich op den koophandel toe en werd Makelaar, doch bleef tevens zijne geliefkoosde wetenschap beoefenen en vormde door onvermoeide werkzaamheid en vlijt zich zelven zoodanig, dat zijne kennis in Natuur- en Sterrekunde hem onder de geleerden eene waardige plaats deed verwerven. Hij was, met Coenraad Wertz, de eerste hervormer der Stads-Armenscholen te Amsterdam, van welke hij 35 jaren Curator was, eene inrigting, die buiten 's Lands zelfs grooten lof mogt verwerven. Lange tijd was hij ook Hoofdbestuurder der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, aan welke hij in onderscheidene betrekkingen groote diensten bewees. Hij behaalde in 1798 eene dubbele gouden gedenkpenning bij die Maatschappij voor zijn Natuurkundig schoolboek, hetwelk zulk een goed onthaal genoot, dat het eenen herdruk vorderde, waarin voor zoo ver het de aanleg en aard van het geschrift gedoogden, de voortgang dier wetenschap werd in acht genomen. Drie jaren later behaalde hij bij de zelfde Maatschappij eenen zilveren eerepenning op eene prijsvraag, verlangende een
Betoog van het schadelijke der vooroordeelen, omtrent het horoscooptrekken en planeetlezen; terwijl de Volksnatuurkunde, voornamelijk door hem geschreven ter bestrijding van het bijgeloof bij de geringe volksklasse, door die Maatschappij in 1811 in het licht gegeven, hoezeer niet bekroond, Buys tot schrijver had. In 1818 gaf de zelfde Maatschappij zijne
Gronden der Natuurkunde uit.
Ook gaf Buys in de Verhandelingen der Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem eene verklaring van den Echo te Muiderberg, en in de Vaderlandsche Letteroefeningen voor 1817, No. 9 eenen uitgebreiden brief over het Dierlijk Magnetismus.
Bij de Maatschappij Felix Meritis, nam hij ook lang onvermoeid het lectoraat in de Natuurkunde met den besten uitslag waar, en huldigde aldaar de nagedachtenis van Henricus Aeneae, wien hij als Lector opvolgde. Ook was hij Lid der Plaatselijke