Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk

[Johan Buygers]

BUYGERS (Johan) of Buygirs, zoon van Jacob Jansen van Wieringen, genaamd Buygers, in 1523 Burgemeester van Leeuwarden en van Bauck Unia, geboren denkelijk te Leeuwarden op St. Luciendag 1510, was Doctor in de Regten en Advokaat voor het Hof van Friesland, toen hij in 1535 tot Grietman van Leeuwarderadeel werd aangesteld, welk ambt hij tot in 1539 hekleedde. In de akte van den Landsdag,

gehouden door de Staten van Friesland op den 17den Januarij 1550 en volgende dagen, wegens den eed van inhuldiging aan Filips II, Koning van Spanje, als Erfheer van Friesland, ingeval van aflijvigheid van den Keizer, komt hij voor als een der vier Gecommitteerden van den Lande, die met den Stadhouder Jan van Ligne, Graaf van Aremberg en de Leden van den Raad, eene stellaadje, door de Burgemeesters van Leeuwarden op de Nieuwestad voor de Waag opgerigt, beklommen, om gemelden eed van de Stadsregering af te nemen. Het schijnt dat hij in 1542 voor eene korte tijd als Substituut de grietenij Franekeradeel heeft waargenomen. Hij overleed den 1sten April 1555 en is den 10den daaraanvolgende in de kerk van Oldehove te Leeuwarden begraven. Zijne weduwe Reynsk van Auckema hertrouwde aan Sape Wissema. Pieter Buygers, die in 1569 Grietman van Wymbritseradeel werd en den 14den Februarij 1606 overleed, was een zoon van hem.

Zie Baerdt van Sminia, Nieuwe Naaml. van Grietm., bl. 23, 189, 293, uit medegedeelde berigten aangevuld.