[Benedictus Busch]
BUSCH (Benedictus), zoon van Johan Caspar Busch en van Veronica Theresia Wassenaar, geboren in 1754 te Utrecht, waar zijn vader gepensionneerd Tamboer-Majoor was, werd tot Schoolonderwijzer opgeleid, doch beoefende tevens, zonder eenige opleiding daartoe te hebben genoten, de Teekenkunst met de schrijfpen. Eerst werd hij te Sluis in Vlaanderen beroepen en kwam vervolgens te Groningen, waar hij den 24sten Januarij 1827 overleed, gehuwd zijnde met Maria Gezina Wilkens, bij wie hij twee zonen verwekte, Johan Kaspar Busch, geboren te Groningen in 1788, die Kunstonderwijzer was, en Hermanus Franciscus Busch, die in krijgsdienst trad en den 15den October 1843 als Majoor-Provinciaal-Adjudant van Groningen en Drenthe overleed. Hij was door den Koning met de Militaire Willemsorde vierde klasse versierd, en bezat, even als zijn vader, de gaaf fraai met de pen te teekenen.
Benedictus Busch had eene ongemeene bedrevenheid in het kunstig vervaardigen van teekeningen met de pen, zoo portretten als landschappen en hertenjagten voorstellende.
Zie van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk., D. III. bl. 66 en 67; Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts.