[Jarich George van Burmania]
BURMANIA (Jarich George van), zoon van Idzard van Burmania en van Anna Dodonea of Doedje thoe Schwartzenberg, geboren in 1695, werd den 29sten Mei 1721 aangesteld tot Raadsheer in het Hof van Friesland, wegens het kwartier Zevenwouden, welken post hij in 1729 nederlegde, omdat hij tot Grietman van Oostdongeradeel benoemd was. Bij den plegtigen intogt van Prins Willem IV met zijne Gemalin te Harlingen den 10den Mei 1734, kwam hij aan het hoofd van Gedeputeerde Staten hen aldaar verwelkomen. Bij de Synode van 1735 en 1742 te Franeker en bij die van 1750 te Harlingen was hij Commissaris politiek. In 1744 afstand gedaan hebbende van de Grietenij Oost-Dongeradeel, werd hij in 1747 tot Grietman van Franekeradeel aangesteld, en behoorde in 1748 tot de Commissie uit de Staten, welke den Prins van Oranje te 's Gravenhage kwam gelukwenschen met het Erfstadhouderschap ook in de vrouwelijke linie. Hij overleed op Holdinga-state te Anjum den 17den December 1757 en was gehuwd geweest met Maria Helena van Goslinga, bij wie hij geene kinderen verwekt had.