[Sjuck van Burmania]
BURMANIA (Sjuck van), zoon van Sjuck van Burmania en Cnier van Douma, geboren den 3den Februarij 1597, leide in 1620 met Aede van Eysinga het derde paard bij de lijkplegtigheid van Graaf Willem Lodewijk van Nassau, werd den 5den October 1626 tot Grietman van Wymbritseradeel verkozen. Onderscheidene jaren was hij Volmagt ten Landsdage en was een dergenen, die in 1635 doordreven, dat de steden zelve het regt verleend werd, tot bestelling harer Wethouderen, hetwelk tot hiertoe aan den Stadhouder gestaan had. Hij overleed den 20sten Junij 1650, nadat hij drie jaren te voren afstand van de grietenij had gedaan ten behoeve van zijnen zoon, Duco Martena van Burmania. Hij was gehuwd geweest met Catharina Entens, weduwe van Tonis van Aylva, bij wie hij vier kinderen had.
Zie Wagenaar, Vaderl. Hist., D. XI. bl. 223; Baerdt van Sminia, Nieuwe Naaml. van Grietm., bl. 300.