hij met Albert Joachimi en François van Aerssens, Heer van Sommelsdijk, als Ambassadeurs naar Engeland. In 1637 tot Curator der Akademie van Franeker benoemd, bleef hij dien post tot aan zijne dood met veel ijver waarnemen. Reeds eenen geruimen tijd voor zijne benoeming als Grietman Lid der Staten van Friesland zijnde, in welke betrekking hij menig gewigtig besluit hielp nemen, vindt men hem als zoodanig voor het laatst in het jaar 1637. Reeds vroeger schijnt hij afstand van zijn ambt als Grietman te hebben gedaan; althans men vindt zijnen opvolger reeds op het jaar 1636. Hij overleed den 4den Junij 1645 en was gehuwd met Ulb van Aylva van Rinsumageest, doch schijnt geene kinderen gehad te hebben.
Zie Vriemoet, Athen. Fris., pag. LV et LVII.; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. XI. bl 223; Scheltema, Staatk. Nederl.; Baerdt van Sminia, Nieuwe Naaml. van Grietm., bl. 50 en 51.