Toutenburg zich wist staande te houden, bleven deze klagten buiten gevolg.
Hij overleed in 1541, en verwekte bij zijne eerste echtgenoote Tiets Unia, weduwe van Watze Roorda, vier kinderen; zijn tweede vrouw Creats Cammingha, weduwe van Wilco van Holdinga, stierf kinderloos.
Zie Schotanus, Geschied. van Friesl., bl. 613, 618; van Mieris, Nederl. Vorst., D. II. bl. 181; Sjoerds, Beschr. van Friesl., D. I. bl. 864; Kok, Vaderl. Woordenb., D. VIII. bl. 1170 en 1171; Scheltema, Staatk. Nederl., D. I. bl. 200, D. II. bl. 572.