[Johannes Burman]
BURMAN (Johannes), oudste zoon van Frans Burman, en van Elizabeth Thierens, geboren te Amsterdam den 26sten April 1706, was een discipel van Boerhave en werd ten jare 1728 Hoogleeraar in de Kruidkunde in zijne geboortestad. Na het uitgestrekte tijdvak van 51 jaren onderwijs in deze wetenschap gegeven en met eenen gadeloozen ijver, de kracht, hoedanigheden en eigenschappen, van een ontelbaar aantal kruiden en planten, zoo uitals inheemsche, onderzocht te hebben, overleed hij den 20sten Januarij 1779.
Burman was gehuwd met Adriana van Buuren en heeft bij haar eene zoon verwekt, Nikolaas Laurens Burman, die later volgt.
Zijn portret gaat in plaat uit, gegraveerd door Houbraken, in gr. 4o.
Van hem zien de volgende werken het licht:
Thesaurus Zeylanicus, exhibens plantas in insula Zeylana nascentes. Amst. 1737. 4o.
Rariorum Africanarum plantarum ad vivum delineatarum IV Decades. Amst. 1738. VI Decades. Amst. 1739. 4o.
Herbarium Amboinense Rumphii latine a Burmanno redditum. Amst. 1741. 6 Tom. fol., waarbij hij onder den titel Auctuarium. Amst. 1755. fol. een aanhangsel en register voegde.
Plantarum Americarum fasciculos X, continentes plantas, quas olim Car. Plumierus detexit, atque in insulis Antillis ipse depinxit, edidit, descriptionibus atque observationibus illustravit J. Burmannus. 1755-1760. fol.
Flora Malabarica, sive Index in omnes Tomos Horti Malabarici. Amst. 1769. fol.