[Hermanus Bruining]
BRUINING (Hermanus), een zoon van Regnerus Bruining, Predikant te Dantumawoude-Driezum-en-Wouterswoude, en van Margaretha Booswinkel, geboren te Dantumawoude den 20sten Mei 1705, oefende zich in de Godgeleerdheid aan de Leidsche Hoogeschool; en werd, na in 1727 Proponent te zijn geworden, in het volgende jaar Predikant te Wijkel, in 1732 te Wirdum en in 1735 te Hoorn, van waar hij in 1737 te Rotterdam werd beroepen. In 1776 emeritus geworden, overleed hij den 2den Julij 1781. Hij was driemalen gehuwd, eerst in 1730 met Rinske Bruining, bij wie hij vader was van Hermanus Adrianus Bruining, die volgt, daarna in 1740 met Catharina Seeler en eindelijk in 1748 met Adriana Ysekoek. Hij, die een zeer geleerd man moet zijn geweest, heeft in het licht gegeven:
Afscheid van Hoorn over Thess. V vs. 23 en Intreerede te Rotterdam over Psalm LXXIII vs. 28 Rott. 4o.
Verhandeling over het geheele Nieuwe Testament. 4o.