Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk
(1855)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[William Laurence Brown]BROWN (William Laurence), geboren den 7den Januarij 1755, was Leeraar der Engelsche kerk te Utrecht, toen hij in 1787 werd aangesteld tot Hoogleeraar in de Zedelijke Wijsbegeerte en Kerkelijke Geschiedenis aan de Hoogeschool dier stad, welken post hij aanvaardde met eene Redevoering Over het verband der Godsdienst met de WijsbegeerteGa naar voetnoot(1); terwijl hem daarbij in 1790 nog het onderwijs in het Natuur- | |
[pagina 1450]
| |
regt werd opgedragen. Bij welke gelegenheid hij eene Verhandeling deed ten betooge dat de verbeelding zijnen invloed moet uitoefenen op de handelingen van het levenGa naar voetnoot(1). Bij het inrukken van het Fransche krijgsvolk in 1795, verliet hij zijnen post, en vertrok naar het land zijner geboorte, Schotland, waar hij onderscheidene jaren te Aberdeen onderwijs gaf in de Godgeleerdheid. Hij was schrijver van: Proeve, betreffende de natuurlijke gelijkheid der menschen. Utr. 1794. 8o, ook gedrukt in de Verhandelingen van Teylers Godgeleerd Genootschap, D. XIII. bl. 171-340. Leerredenen over de teekenen des tijds. Utr. 1793. 8o.
Zie Vaderl. Hist. ten verv. op Wagenaar, D. XXI. bl. 166, D. XXXIII. bl. 250; van Kampen, Geschied. der Nederl. Letteren en Wetens., D. II. bl. 593; (de Jong), Alphab. Naaml. van Boeken; Biogr. Univers. |
|