van proeven met wit papaverzaad genomen, met een exemplaar van hare werken met het vignet en een loflijk getnigschrift vereerd en in het zelfde jaar voor eene Verhandeling of Berigt behelzende het verslag van proeven genomen om uit Vlierbeziën een geestrijk vogt te stooken; gepaard met een ontwerp om door middel vun de voordeelen, welke de Vlierstruiken op die wijze zouden aanbrengen, in staat gesteld te worden, voordeel te trekken van vele thans onbebouwd leggende schrule gronden tot Honnorair Lid dier Maatschappij verkozen, terwijl hem in het volgende jaar voor een nader Berigt omtrent proeven met wit papaverzaad genomen eenen zilveren medailje en 10 dukaten werden uitgereikt.
In 1822 bchaalde hij eenen gouden medailje bij de zelfde Maatschappij voor eene Verhandeling over de beste wijze om op eigen grond onderscheidene houtsoorten aan te kweeken.
Zie Algem. Konst- en Letterbode 1802, D. I. bl. 394 en 395, 1803, D. II. bl. 24, 1821, D. I. bl. 412, 1822, D. II. bl. 396; (de Jong), Alphab. Naaml. van Boeken.