Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk
(1855)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 1435]
| |
ring van de Doopsgezinde tot de Hervormde kerk overging, en van Uilkje Velda, geboren den 13den November 1701 te Leeuwarden, studeerde eerst te Franeker, waar hij onder den jongen Vitringa, eene door hem zelven opgestelde verhandeling verdedigde; daarna zich nog te Leiden in de Godgeleerdheid geoefend hebbende, werd hij in 1723 Predikant te Dronrijp en in 1725 te Hindelopen, waar hij in 1730, een beroep naar Bolsward ontving, hetgeen hij niet aannam, in het zelfde jaar volgde hij echter den wensch van die van Harlingen in, en vertrok derwearts. Na aldaar vier jaren met vrucht het Leeraarsambt te hebben waargenomen, werd hij in 1734 door de gemeente van Amsterdam begeerd, welke gemeente hij nog twee-en-twintig jaren met leer en wandel stichtte, tot hij den 23sten Mei 1757 overleed. Hij was tweemalen gehuwd geweest, eerst den 2den Mei 1730, met Wilhelmina Boonen, die hem, bij haar overlijden den 11den Februarij 1742, twee zonen en vier dochteren naliet. De oudste zijner zonen was Petrus Brouwer, die later volgt; terwijl zijne eene dochter gehuwd was met den door ons reeds vermelden Amsterdamschen Predikant Petrus BroesGa naar voetnoot(1) en eene andere met Abraham Jacob Drrijfhout, Hoogleeraar te Harderwijk. Den 15den December 1744, hertrouwde Brouwer met Clara Constantia van den Burch. Brouwer gaf in het licht: Verklaring van Psalm LXVIII. Amst. 1752. De Gangen van Vorst Messias in het Heyligdom, vertoont in eene schriftmatige verklaring en toepassing van den LXVIIIsten Psalm, waar agter gevoegt is eene korte uitbreiding van dat liedt. alsmede eene Kerkelijke Redevoering over Thimoth. IV vs. 2, 3 en 4, gedaan bij de bevestiging van Winold Budde. Amst. 1753, 4o. Na zijne dood is nog van hem in druk uitgegeven: Over den tweeden Brief van Petrus. Utr. 1760. 4o. Over den Brief aan de Galateren. Utr. 1762. 4o.
Zie van Abkoude, Naamr. van Nederd. Boeken, D. I. St. V; Greydanus, Naaml. der Predik. in de Class. van Fruneker, bl. 18, 54; van Abkoude en Arrenberg, Naamr. van Nederd. Boeken; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Schotel, Kerk. Dordr., D. II. bl. 483; Naaml. der Geref. Predik. te Amsterdam, bl. 37 en 38, uit familiepapieren aangevuld. |
|