[Michiel van den Broek]
BROEK (Michiel van den), zoon van Nicolaas van den Broek en van Adriana Joly, geboren in Maart 1776 te Dordrecht, waar zijn vader kuiper was in de brouwerij de Sleutel, leerde de eerste beginselen der Schilderkunst bij Ary Lamme; vervolgens werd hij een der leerlingen van diens schoonzoon Jan Baptist Scheffer, gedurende des laatsten verblijf te Dordrecht; voorts oefende hij zich naar de natuur en de werken der beste meesters. Voornamelijk viel zijne keus, zoo voor schilderijen in olieverw, als voor teekeningen met mom- en sapverwen, op het landschap, doch bijzonder legde hij zich toe op het zoogenaamd restaureren of herstellen van beschadigde schilderijen, hetwelk hem veel werks opleverde en in welk vak hij als zeer bekwaam bekend was. Het is daaraan ook ten deele toe te schrijven dat de tint, dien in zijn eigen schilderwerk wordt waargenomen, eenige overeenkomst met dien der vroegere meesters heeft.
Hij overleed den 17de April 1853, bij zijne echtgenoote, Maria Stütz, geene kinderen nalatende.
Zie van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk., D. III. bl. 234; Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts., uit partikuliere berigten aangevuld.