[Joan van Bredehoff]
BREDEHOFF (Joan van), Vrijheer van Oosthuizen, vermoedelijk een neef van den voorgaande en zoon van diens broeder Mr. Adriaan van Bredehoff, werd reeds spoedig tot de zaken der Regering geroepen en was een groot voorstander van al wat tot heil van stad en burgerij kon strekken; zoo nam hij, in 1777, bij de oprigting eener Vaderlandsche Maatschappij van Reederij en Koophandel, voornamelijk ten doel hebbende, om zoo mogelijk de armoede te verminderen, gewillig den zwaren last van Mededirecteur dier Maatschappij op zich.
Toen in September 1787 het Noord-Hollandsch Burgerlegertje voor Hoorn kwam, werd Bredehoff als een aanhanger van het Huis van Oranje als Vroedschap afgezet, doch kort daarna bij de omwenteling van dat jaar weder daarin hersteld, en hij bleef nu in die bediening tot aan zijne dood.
Zie Vaderl. Hist. ten verv. op Wagenaar, D. I. bl. 164. D. XVI. bl. 368.