[Dirk de Bray]
BRAY (Dirk de), de oudste zoon van den voorgaande, legde zich eerst op het boekdrukken toe, en kwam in het jaar 1656 in het Boekverkoopersgild te Haarlem, daarna werd hij een goed schilder en figuursnijder, en was vele jaren Sekretaris van St. Lucasgild te Haarlem, doch eindelijk vertrok hij naar Braband, waar hij Monnik werd. Hij heeft in handschrift nagelaten:
Onderwijs van 't Boekbinden, versierd met teekeningen, voorstellende de onderscheidene bedrijven der Boekbinders in hunne werkplaatsen of winkels en de gereedschappen hiertoe behoorende. Op de Titelteekening, waarop eenige bijbels en boeken zijn afgebeeld, staat het jaartal 1658.
Op 's Rijks Museum te Amsterdam ziet men eene schilderij van hem en zijnen broeder Jacob de Bray, die volgt, voorstellende:
Portretten van de Overlieden van het St. Lukasgilde te Haarlem in het jaar 1675, Dirk de Bray schilderde daarop zijn broeder Jacob de Bray en deze wederom zijn broeder Dirk de Bray, benevens den Deken G. Mulraet; een ander der leden, de Gildeknecht en het bijwerk; terwijl deze ook de ordonnantien van het geheel maakte; de overige leden van dit bestuur schilderden zich zelven, bestaande het geheele gezelschap uit zeven personen.
Onder den houtsneden van Dirk de Bray zijn bekend:
Christus aan het kruis.
Een portretje.
Een opvliegende Arend.
Ruine van het kasteel Brederode.
Zie C. de Koning, Tafereel der stad Haarl., D. IV. bl. 157; van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Nederl. Schilderk., D. I. bl. 399-402; Biogr. Nation.; Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts.; Aanwijz. der Schilder. berustende op 's Rijks Museum te Amsterdam, bl. 11.