Minnezuchtjes uytgedrukt in liedekens, klinckvaersen en andere Rymen, daarachter Bygezochte Minne-tochten, Amst. 1627.
De Bray overleed den 11 Mei 1664. Drie jaren na zijn overlijden kwamen van hem in het licht:
Bedenkingen over het uitleggen en vergrooten der stad Haarlem, Haarl. 1667, aan welk werkje was toegevoegd een fraai door zijnen zoon Dirk de Bray in hout gesneden portret van den autheur, waarna gevolgd is dat, hetwelk voorkomt in Houbraken, Schouwb. der Schild. en Schilder. D. I. tegen over bl. 164.
Zie voorts dat werk, D. I. bl. 175-177; Kok, Vaderl. Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; C. de Koning, Tafereel der stad Haarl., D. IV. bl. 156 en 157; van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk., D. I. bl. 399 noot 1; Biogr. Nation.; Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts.; Biogr. Univ.; Biogr. Woordenb. van Nederl. Dichters ten verv. op Witsen Geysbeek; Wonder, Alphab. Lijst der Nederl. Kunsts.