hij in de bosschen in het been gekwetst, door eenen pijl, die weldra bleek niet vergiftigd te zijn geweest, hoewel men er in den aanvang voor bevreesd was. Al spoedig weder in staat zijne dienst te verrigten, bleef hij aldaar met ijver en trouw werkzaam tot in het jaar 1763 toen hij naar het vaderland terugkeerde.
In het jaar 1772 werd hij, die toen den rang van Kolonel bekleedde, benoemd tot Lid van den Hoogen Krijgsraad, te 's Gravenhage. In 1787 tot Generaal Majoor aangesteld, werd hem in 1793 tijdens den oorlog met Frankrijk het bevel over de Landmagt in de provincie Zeeland en het verdedigen van het vaderland aan de landzijde toevertrouwd. In 1793 tot Luitenant-Generaal bevorderd, sloot hij als Kommandant der troepen, op last van de Staten dier provincie, in Januarij 1795, met den Franschen Brigade-Generaal Michand de kapitulatie, waarbij Zeeland aan het overwinnende Fransche leger werd overgegeven. Kort daarna gepensionneerd zijnde, leefde hij ambteloos eerst te Montfoort, daarna te Utrecht, en overleed den 31sten Augustus 1804 te Zierikzee, waar hij zich om familiezaken bevond.
Bij zijne echtgenoote Alida Charlotta Albertina Paris had hij verwekt Daniel de Brauw, geboren te Hulst, den 14den September 1768, overleden den 2den September 1842 als gepensionneerd Kapitein der Infanterie; Mr. Willem Maurits de Brauw, die volgt; Cornelia Maria de Brauw, geboren te Hulst den 12den Junij 1773, die gehuwd was met den Luitenant-Admiraal Otto Willem Gobius en den 3den Junij 1843 overleed; Cornelis Stavenisse de Brauw, geboren te Hulst, den 2den Februarij 1775 en overleden den 22sten Augustus 1837 als Kolonel bij de Infanterie en Lid van het Hoog Militair Geregtshof; Izaäk de Brauw, geboren te 's Hertogenbosch den 10den November 1784, thans nog in leven, als oud Burgemeester der stad Woerden, Vice-President der Commissie van Administratie over het huis van Reclusie en tuchtiging en Practiserend Geneesheer aldaar.
Zie Vaderl. Hist. ten verv. op Wagenaar, D. XXV. bl. 438; D. XXVI. bl. 13; C. van der Aa, Geschied. van den Oorl. 1793-1802, D. I. bl. 362; de zelfde, Leven van Willem den V, bl. 343, uit familiepapieren aangevuld.