[Adriaan Bras]
BRAS (Adriaan), Kapitein ter Zee, te Enkhuizen thuis behoorende, had deel in den togt naar Gibraltar onder den Admiraal Heemskerk in 1607, en had bevel om met den Vice-Admiraal Alteras den Spaanschen Vice-Admiraal aan te grijpen. Beiden evenwel kwamen te laat, en de Spaansche Vice Admiraal werd door andere schepen in den brand geschoten.
In 1617 was hij een der Nederlandsche Zeehelden, die, volgens zijne Instructie hem te Hoorn gegeven, de Algerijnsche zeeroovers beletteden de Nederlandsche koopvaarders te benadeelen; nemende en verbrandende, onder het Opperbevel van Mooi Lambert, onderscheidene Algerijnsche vaartuigen. Later schijnt hij zich aan de Zeedienst te hebben onttrokken, alihans in 1665 komt hij voor als Koopman te Hoorn, en wordt genoemd als iemand in de zaken van het Zeemanschap en oorlog te water zeer ervaren, waarom hij in aanmerking kwam om tot zeeraad benoemd te worden.
Zie Brandt, Leven van de Ruiter, bl. 398 en 399; (Brandt) en Centen, Hist. van Enkhuizen; Nassausche Laurenorans bl. 207 en 208; Kok, Vaderl. Woordenb.;; Beeloo, Noordholl. en de Noord-hollanders bl. 384.