Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk

[Jonkheer Hermanus Franciscus van den Brant]

BRANT (Jonkheer Hermanus Franciscus van den) of van den Brandt, door sommigen verward met Gerardus Hermans van den Brande, heeft zich doen kennen als Tooneeldichter door:

Bela, Prins van Hongarijen. treursp. Amst. 1678. kl. 8^o.

Het verwarde Sothuys van Antwerpen. Amst. 1678. kl. 8^o. met ééne pl.

Hellevaart van den Grooten Vizier, klucht. Amst. 1684. kl. 8^o.

Korte Beschrijving van den Triumph-Arken enz. 1685. 8^o.

Eertijds, Maer en Tegenwoordig, klucht. Amst. 1689, herdrukt door F.A. Snellaert in Willems Museum.

Brant behoorde tot de Fransche school, doch zijne verzen zijn stroef en bijna onverstaanbaar. Zijne kluchtspelen verdienen de voorkeur.

Zie Naemr. Tooneelspel door Mr. J. van der Marck, N^o. 819-821; Catal. van de Bibliotheek der Maats. van Nederl. Letterk. te Leiden D. I. bl. 65; Bijvoegsel tot die Catal. bl. 35; Belgisch Museum, voor 1845, bl. 309, 310, 351-353; uit partikulieren berigten aangevuld.