Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk

[Cornelis van Brakel]

BRAKEL (Cornelis van), zoon van den hier boven vermelden Pieter van Brakel en van Geertruida van Salingen, geboren den 16den November 1661, werd Extra-Ordinaris Kapitein bij de Admiraliteit van de Maze, den 15den Mei 1689, en diende als zooda-

nig op de Wassenaar van 60 stukken, in de magtige vloot van den Luitenant-Admiraal Philips van AlmondeGa naar voetnoot(1), in 1691. Hij had in 1697 het Opperbevel over vier schepen van oorlog, naar de Noordzee gezonden, ter bescherming der Oost-Indische retourvloot, tegen de stoute daden van Jean Bart. In 1700 was van Brakel als Kapitein aan boord van de Veluwe van 64 stukken, bij het eskader van Almonde op den togt naar den Sont en bij het bombardement van Koppenhagen. Onder het bevel van den Schout bij Nacht Jan Gerrit Baron van Wassenaer, was hij mede uitgezonden om de Spaansche galjoenen te onderscheppen, en was het Nederlandsche eskader van 10 schepen te dien einde met een Engelsch onder den Vice-Admiraal Benbow vereenigd. De togt mislukte, toen, op het berigt, dat de galjoenen reeds in de havens waren, de Engelsche Vice-Admiraal met zijne schepen naar West-Indië zeilde. van Brakel was tegenwoordig bij het gevecht van den 4den Julij 1702 tegen eenige Fransche galeijen, waarbij het schip van den Kommandeur Gerrit Nieustadt, die te ver was vooruitgezeild, door de galeijen veroverd werd, hetgeen de Nederlandsche schepen, wegens windstilte niet konden verhinderen. Gelukkiger waren de onzen in 1704, toen de Schout bij Nacht Andries de BoerGa naar voetnoot(2), Kapitein Cornelis van Brakel en Kapitein Dirk Roos den aanval van vijf Fransche galeijen uit Ostende kloekmoedig afweerden en den vijand deden vlugten.

Hij overleed den 31sten Mei 1717 en was gehuwd te Haarlem, den 13den December 1690, met Cornelia Steyn, weduwe van Steven Geraerds, bij wie hij verwekte eene dochter, die jong overleed, en eenen zoon Cornelis Pieter van Brakel, Schepen, Raad en Secretaris der stad Haarlem, Gecommitteerde Raad en Hoogheemraad van Rijnland.

Zie de Jong, Nederl. Zeew., D. IV. St. I. bl. 567, St. II. bl. 78, 191, 241, 349, 549 uit partikuliere berigten aangevuld.